Wat
is
posttraumatische
dystrofie?
Posttraumatische
dystrofie is een ernstige
complicatie na letsel aan
een arm of been. Dit letsel
kan een trauma zijn zoals
een botbreuk, maar ook een
operatie. Kenmerkend voor
een dystrofie is het
betrokken zijn van alle
structuren in de buurt van
het getroffen gebied zoals
de spieren, zenuwweefsel
en...de huid.
Hoe ontstaat het?
Het
is onduidelijk hoe de
dystrofie precies ontstaat
na de beschadiging van het
weefsel. Er wordt wel
gespeculeerd dat bepaalde
factoren zoals druk op het
weefsel door bijvoorbeeld
een gipsverband de
dystrofie kan uitlokken,
maar zeker is dat niet.
Aangetoond is wel dat
mensen die dystrofie
ontwikkelden in 67% van de
gevallen tijdens het
dragen van het gips
klachten aangaven over dat
gips, terwijl dit maar bij
18% het geval was bij
mensen die later geen
dystrofie ontwikkelden.
Dit bewijst echter nog
niet dat gips de
veroorzaker is van de
dystrofie, immers, door
vochtophoping (oedeem) ten
gevolge van de beginnende
dystrofie kan een gips ook
minder prettig gaan
zitten...
Wel staat vast dat
jaarlijks vele duizenden
mensen posttraumatische
dystrofie ontwikkelen.
Geschat wordt dat het in
Nederland ongeveer 10.000
mensen per jaar treft.
Wat zijn de
verschijnselen?
De klachten
beginnen vaak met pijn
die al vrij snel na het
trauma of de operatie
begint. Verschijnselen
die kunnen
optreden (maar niet
altijd hoeven op
te treden) zijn zwelling
van het aangedane
lichaamsdeel en
temperatuursverschillen
tussen de normale huid
en de huid in het door
dystrofie aangedane
gebied. Wanneer de
temperatuur van het
dystrofiegebied warmer
is dan de rest van de
huid noemt men dat warme
dystrofie;
wanneer de temperatuur
juist lager is heet dit
koude dystrofie.
Andere
huidverschijnselen bij
dystrofie kunnen
zijn:
verkleuring
van de huid: roder,
blauwer of juist
bleker
veranderd
gevoel bij aanraking
van de huid
(dysaesthesie)
afwijking
van de nagelgroei
(vaak versnelling
van de nagelgroei)
meer
haargroei (met vaak
dikkere haren) in
het aangedane gebied
afwijking
van de
zweetproductie (vaak
toename)
Hoe
wordt het behandeld?
De behandeling
is sterk afhankelijk
van de individuele
situatie. De
richtlijn (2006)
stelt: ' de sleutel
tot herstel bij
CRPS-1 lijkt te zijn
gelegen in gedoseerd
bewegen en het weer
leren inschakelen
van de aangedane
extremiteit in het
dagelijks
functioneren'.
Fysiotherapeutische
behandeling wordt
daarom vrijwel
altijd
voorgeschreven. Ook
ergotherapie kan
soms nuttig zijn.
Overleg met uw
behandelend arts
(orthopeed,
neuroloog of
anesthesioloog) wat
in uw situatie het
meest aangewezen is.
Ook goede
pijnbestrijding is
van groot belang.
Wat zijn
de
vooruitzichten?
Geschat wordt dat
80-90% van de
mensen die
dystrofie
ontwikkelen
uiteindelijk weer
(vrijwel) volledig
genezen.
Overigens kan in
de tijd daarna
toch nog wel eens
een terugval
ontstaan: er is
dan sprake van
hernieuwde
verschijnselen van
dystrofie.
Bij ca. 10% van de
mensen blijft
uiteindelijk een
restprobleem
bestaan dat soms
bijzonder
invaliderend kan
zijn.
Kan
dystrofie voorkomen worden?
In
verschillende onderzoeken
is aangetoond dat het
slikken van 500 mg
vitamine C per dag op de
eerste 50 dagen na een
breuk (polsfractuur) de
kans op het ontwikkelen
van posttraumatische
dystrofie aanmerkelijk
verkleint.
Literatuur:
Zollinger PE, Tuinebreijer WE,
Kreis RW, Breederveld RS. Effect
of vitamin C on frequency of
reflex sympathetic dystrophy in
wrist fractures: a randomised
trial. Lancet
1999:354(9195):2025-8.
Richtlijn Complex Regionaal Pijn
Syndroom type 1 (2006)